De werknemer stuurt zijn werkgever een verlofaanvraag in het kader van een PTP uiterlijk 120 dagen voor de start van de opleidingsactie wanneer er sprake is van een ononderbroken werkonderbreking van ten minste zes maanden. Anders moet dit verzoek uiterlijk 60 dagen voor aanvang van de trainingsactie worden verzonden.

De uitkering van het aangevraagde verlof kan niet worden geweigerd door de werkgever alleen bij niet-naleving door de werknemer van bovengenoemde voorwaarden. Uitstel van het verlof kan echter worden opgelegd in geval van nadelige gevolgen voor de productie en de werking van de onderneming, of indien het aandeel van de gelijktijdig afwezige werknemers onder dit verlof meer dan 2% van het totale personeelsbestand van de vestiging vertegenwoordigt.

In dit verband kan de duur van het beroepsovergangsverlof, gelijkgesteld met een arbeidsperiode, niet worden verminderd met de duur van de jaarlijkse vakantie. Er wordt rekening mee gehouden bij de berekening van de anciënniteit van de werknemer binnen de onderneming.

Voor de werknemer geldt een aanwezigheidsplicht als onderdeel van zijn opleiding. Hij geeft zijn werkgever een bewijs van aanwezigheid. Een werknemer die zonder reden