Allereerst moet de werkgever duidelijk zijn over het doel dat met de beoogde opleiding wordt nagestreefd. Deze actie kan in feite worden ondernomen om te voldoen aan een wettelijke verplichting, wat vaak het geval is voor de uitoefening van gereguleerde activiteiten of functies: bestuurders van machines of bepaalde voertuigen, het verkrijgen of vernieuwen van de kwaliteit van badmeester. Bedrijf (SST)… 

Opleiding maakt het ook mogelijk om ervoor te zorgen dat de vaardigheden van werknemers nog steeds worden aangepast aan hun werkplekken of hun inzetbaarheid in een steeds evoluerende professionele context met bijvoorbeeld het toenemende belang van digitale technologieën. Deze dubbele verplichting mag absoluut niet worden verwaarloosd met betrekking tot de jurisprudentie die, besluit na besluit, de verantwoordelijkheid van de werkgever in deze kwestie herinnert (zie artikel over sociale dialoog en opleiding).

Een andere voorwaarde is het nauwkeurig definiëren van het profiel en het totale aantal deelnemers aan de uit te voeren opleidingsactie(s): de beslissing om een ​​aanzienlijk aantal werknemers tegelijk naar de opleiding te sturen, kan al snel problematisch blijken te zijn in het geval van een bijkomende plotselinge activiteit of opeenstapeling van ongeplande afwezigheden. Het is duidelijk dat hoe kleiner de omvang van het bedrijf, hoe meer deze moeilijkheden toenemen. Bijzondere aandacht moet daarom