Is, bij gebrek aan precisie in de cao, de conventionele ontslagvergoeding verschuldigd aan de VRP?

Twee werknemers, die de functie van vertegenwoordiger uitoefenen, waren om economische redenen ontslagen in het kader van een arbeidsbeschermingsplan (PSE). Ze hadden de arbeidsrechtbank aangegrepen om de geldigheid van hun ontslag aan te vechten en betaling van verschillende bedragen te verkrijgen, met name als aanvullende contractuele ontslagvergoeding.

De aanvullende conventionele ontslagvergoeding die werd gevorderd, was die waarin de cao voor reclame en dergelijke voorziet. Ondanks hun hoedanigheid van vertegenwoordiger hadden de werknemers het gevoel dat ze baat hadden bij de bepalingen van deze cao, die van toepassing zijn op het bedrijf waarvoor ze werkten.

Maar de eerste juryleden hadden geschat:

enerzijds dat de collectieve arbeidsovereenkomst VRP bindend is voor arbeidsovereenkomsten gesloten tussen werkgevers en vertegenwoordigers, behoudens gunstiger contractuele bepalingen die uitdrukkelijk van toepassing zijn op vertegenwoordigers; anderzijds dat de collectieve overeenkomst voor reclame niet voorziet in de toepasselijkheid ervan op vertegenwoordigers met de hoedanigheid van vertegenwoordiger.

De rechters waren dan ook van oordeel dat op de arbeidsverhouding de cao van de VRP van toepassing was.

Ze hebben daarom de werknemers ontslagen ...