Vergoeding voor deelactiviteit

Vergoeding betaald aan de werknemer

Rekening houdend met de gezondheidssituatie wordt de inwerkingtreding van het hervormde systeem van de gedeeltelijke activiteit van het gewoonterecht (oorspronkelijk gepland voor 1 november 2021) uiteindelijk uitgesteld tot 1 januari 2021. Dus tot 31 december 2020 De gedeeltelijke activiteitsvergoeding die de werkgever aan de werknemer betaalt, blijft vast op 70% van de bruto referentie-uurvergoeding (Arbeid C., art. R. 5122-18).

Decreet nr.2020-1316 geeft ook details over de opbouw van de compenserende vergoeding voor betaald verlof en de gedeeltelijke activiteitsvergoeding. Vanaf 1 november, wanneer betaald verlof in de vorm van een compenserende toelage verschuldigd is, wordt deze toelage bovenop de gedeeltelijke activiteitsvergoeding betaald.

Per 1 januari 2021 loopt het tarief op tot 60% van het referentie-uurloon; het referentiesalaris is beperkt tot 4,5 maal het minimum uurloon. In principe komt er geen verhoogde vergoeding meer ten behoeve van de beschermde sectoren.

Wat de berekening van de vergoeding betreft, specificeert Decreet nr. 2020-1316 van 30 oktober 2020 de voorwaarden voor de berekening van de vergoeding voor werknemers die elementen van variabele vergoeding ontvangen of op niet-regelmatige basis worden betaald.